Bij de aanleg van de eerste spoorlijnen in Nederland bestond er al een flink netwerk van bestrate en onbestrate wegen, die van belang waren voor het lokale en interlokale vervoer van mensen en goederen en waarover diligences, getrokken door twee of drie paarden, diensten onderhielden tussen de grotere plaatsen in het land. Het was onvermijdelijk dat de aangelegde spoorlijnen hier en daar zo’n weg kruisten en daarmee grote gevaren met zich meebrachten. Het devies luidde: wacht tot het rode licht gedoofd is.
En eigenlijk is dat vandaag de dag nog steeds het geval, ondanks de beveiliging waaraan in de loop der jaren steeds hogere eisen werden gesteld. Dit boek laat in schitterende foto’s een groot aantal spoorwegovergangen de revu passeren, van eind 19e eeuw tot heden. Van drukke overwegen in de grote stad, boeiende ontmoetingsplaatsen van trein- en wegverkeer en daarmee unieke tijdsbeelden, tot afgelegen overweggetjes op platteland, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Maar hoe lang zal dat nog duren?
Tot het rode licht gedoofd is is een visuele geschiedenis van een verdwijnend fenomeen: de spoorwegovergang.